Blog 13 - Zorg en verbinding op afstand

We wonen steeds langer thuis — of gaan sneller weer naar huis na een opname. Waar vroeger hospitalisatie bijna vanzelfsprekend was, lijkt nu juist het tegenovergestelde de norm.

Toen ik na mijn coma in Naarderheem terechtkwam, voelde dat als een warm bad. In mijn passieve rolstoel werd ik voortgeduwd, terwijl ik langzaam de zeven maanden slaap uit mijn ogen wreef. Pas later, in revalidatiecentrum Trappenberg, zette ik mijn eerste echte stappen.

De klinische precisie voerde daar de boventoon, maar ook toewijding en menselijkheid. Ik verruilde mijn passieve rolstoel voor een actieve, leerde lopen — eerst met rollator, voorzichtig schuifelend over de gang. Onder de bezielende begeleiding van de fysiotherapeuten vond ik mijn vertrouwen terug.

Hun fysieke nabijheid gaf letterlijk steun. Ook de verpleegkundigen waren meer dan hulpverleners; ze waren ankerpunten. Had dat allemaal op afstand gekund, via beeldbellen of instructies? Misschien. Maar fysieke nabijheid is meer dan praktische zorg — het is de kracht van menselijk contact.

Ik zal nooit vergeten hoe ik voor het eerst met mijn rollator het restaurant binnenliep. Een daverend applaus. Zeventien jaar geleden inmiddels, maar het staat me nog helder voor de geest. Of Barend, de therapeut die mijn hand vasthield, met tranen in zijn ogen toen ik voor het eerst zónder rollator liep.

Zorg op afstand is tegenwoordig een noodzaak — maar laat het dan vooral verbonden zorg zijn. Want echte vooruitgang ontstaat daar waar techniek en menselijkheid elkaar raken.