Sheralyn Berlips, EVV'er Dagcentrum De Bolder

Toen Ton Raaijmakers (86) begin vorig jaar voor het eerst naar Dagcentrum De Bolder ging, werd hij er verdrietig van. ‘Ik moest wennen’, legt hij uit. ‘Nu kom ik hier graag.’ En daarbij speelt verzorgende Sheralyn Berlips een belangrijke rol. ‘Met haar gaat het gewoon vanzelf.’


‘Mijn vrouw Lia leek het ook een goed idee’, weet meneer Raaijmakers nog toen zijn casemanager het dagcentrum voorstelde. ‘Even iets anders.’ Het echtpaar woont zelfstandig. Op deze manier wordt mevrouw als mantelzorger even ontzorgd en meneer juist gestimuleerd. ‘Wat ik heb is niet te repareren’, berust meneer in zijn beginnende dementie. ‘Maar door de fysiotherapie hier kan ik nu wel weer goed lopen. Dat raad ik iedereen aan. Laatst ben ik met Lia naar Hilversum gefietst.’

Samen eten met andere daggasten vindt hij ook gezellig. Alleen trekt meneer het zich aan als een ander snel achteruitgaat, verhuist of overlijdt. ‘Dat is confronterend, hè Ton’, begrijpt Sheralyn, die eerstverantwoordelijke verzorgende is. ‘Omdat ik weet dat hij er verdrietig van wordt, neem ik hem apart. Als we er even over praten, kan ik hem geruststellen. Hij is zo meelevend, maar soms moet je iets loslaten.’ Ton knikt. Hij is sociaal, behulpzaam en ook een gangmaker. Zijn verhalen over een vrij leven vol avontuur deelt hij smakelijk. Ook dan biedt Sheralyn een luisterend oor.

Twee jaar geleden maakte ze de overstap van de gehandicaptenzorg naar de ouderenzorg. ‘Hier ligt mijn hart. Ik kan echt iets betekenen voor ouderen en ga elke dag met een voldaan gevoel naar huis.’ Sheralyn vertelt dat meneer bij aankomst haar altijd meteen vrolijk begroet met ‘hoi schat!’ en een zoen. Hij vult enthousiast aan: ‘En de chauffeur die me ophaalt en thuisbrengt is zo’, en steekt z’n duim op. 

Omdat mevrouw geen vervoer heeft en het dichtbij is, verkiest Sheralyn het zorgplan bij hen thuis te bespreken. ‘Dus ik weet hoe ze wonen, hoe de tuin eruitziet en daardoor heb je hier weer andere gesprekken’, legt ze uit. Aan een derde dag buitenshuis is meneer voor zijn gevoel nog niet toe. ‘Lia vindt het prima, hoor. Ik weet het nog niet. Maar die meiden hier zijn om op te vreten. Ik kan niet uitleggen waarom, maar ik ben hier echt wel graag.’